zaterdag, september 17, 2011

DE VOET VASTHOUDEN

Als u de voet tijdens de behandeling goed vasthoudt en ondersteunt, hebt u alle vrijheid en bereikt u het beste effect. U kunt verschillende houdtechnieken gebruiken om ervoor te zorgen dat de zone waaraan u werkt helemaal behandeld wordt en de patiënt ontspannen blijft.

  1. Als u boven de middellijn (zie hier) aan de zool van de voet werkt, houd  dan de voet vast met uw duim op de bal van de voet en uw vingers aan de bovenkant. Buig de voet zachtjes naar u toe, zodat de tenen niet omkrullen.
  2. Werkt u onder de middellijn, laat de hiel dan in de palm van uw ondersteunende  hand rusten, en gebruik de duim om de voet recht te houden.
  3. Werkt u aan de bovenkant van de voet, dan makt u een vuist van uw ondersteunende hand, om een roterende beweging mogelijk te maken.. Plaats  de duim van de hand waarmee u werkt tussen de vuist en de voet.
  4. Als u aan de zijkant van de voet werkt, houdt u de voet zo recht mogelijk en past u uw houdtechnieken daaraan aan.
  5.  

    vrijdag, september 09, 2011

    DE VOET INTERPRETEREN #2



    Als u de voeten bekijkt, ga dan systematisch te werk:
    • Vergelijk de twee binnenste enkelbeenderen. Als het een enkelbeen hoger lijkt dan de andere, duidt dat erop dat de heup aan die kant opgetrokken is: dit wijst op evenwichtsverstoring aan de ruggengraad.
    • de spoepelheid van de wreef weerspiegelt de mate van soepelheid in de ruggengraat. Een lage of platte wreef duidt op een te groot rigiditeit ervan.
    • De nagels moeten er gezond en roze uitzien; dat wijst op een goede doorbloeding en gezonde zenuwuiteinden.
    • De grote teen: elke verkleuring is een indicatie van gebrekkige bloedtoevoer aan de hersenen of problemen aan het hoodf. Een vervormde nagel kan voor hoofdpijn zorgen.
    • De tweede teen: als deze gekromd is of een bepaalde kant op staat, lijdt de patiënt mogelijk aan de mond-, kaak-, oog-, of ooraandoeningen.
    • De derde teen: een verdikking van de nagel wijst mogelijk op oog- of ooraandoeningen.
    • De vierde teen: vergrotingen kunnen duiden op schouder- of knieaandoeningen en vooral op ontstekingen aan gewrichten.
    • De vijde teen: deze is vaak vervorm, wat te wijten is aan beknelling van bewegend schoeisel. Pijn of roodheid die naar niet door veroorzaakt is, kan duiden op disbalansen van hoofd, schouders of in de buurt van de ruggengraat.
    • Paarse, rode of vlekkeringe gebieden op de bal van de voet kunnen wijzen op hart-, en vaataandoeningen. Een kuiltje of en rode plek onde de vijfde teen onder de diafragmalijn wijst op problemen met de hartspeir.
    • Beknelling door te klein schoeisel kan voor problemen van nek en schouders zorgen. Deze kunnen zich van daaruit verspreiden naar de rug, kunnen de zenuwbanen aantasten en de energiestroom naar alle lichaamsdelen nadelig beïnvloeden.